Information about the word toesteken (Dutch → Esperanto: ponardi)

Synonyms: met een dolk steken, neersteken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈtustekə(n)/
Hyphenationtoe·ste·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) steek toe(ik) stak toe
(jij) steekt toe(jij) stak toe
(hij) steekt toe(hij) stak toe
(wij) steken toe(wij) staken toe
(jullie) steken toe(jullie) staken toe
(gij) steekt toe(gij) staakt toe
(zij) steken toe(zij) staken toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toesteke(dat ik) toestake
(dat jij) toesteke(dat jij) toestake
(dat hij) toesteke(dat hij) toestake
(dat wij) toesteken(dat wij) toestaken
(dat jullie) toesteken(dat jullie) toestaken
(dat gij) toesteket(dat gij) toestaket
(dat zij) toesteken(dat zij) toestaken
Imperative mood
Singular/PluralPlural
steek toesteekt toe
Participles
Present participlePast participle
toestekend, toestekende(hebben) toegestoken

Usage samples

Demetrio trok een dolk en deed een stap naar voren om toe te steken.

Translations

Englishstab
Esperantoponardi