Information about the word terugsteken (Dutch → Esperanto: remeti)

Synonyms: herplaatsen, terugleggen, terugplaatsen, terugzetten, terugstoppen

Part of speechverb
Pronunciation/təˈrɵxstekə(n)/
Hyphenationte·rug·ste·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) steek terug(ik) stak terug
(jij) steekt terug(jij) stak terug
(hij) steekt terug(hij) stak terug
(wij) steken terug(wij) staken terug
(jullie) steken terug(jullie) staken terug
(gij) steekt terug(gij) staakt terug
(zij) steken terug(zij) staken terug
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) terugsteke(dat ik) terugstake
(dat jij) terugsteke(dat jij) terugstake
(dat hij) terugsteke(dat hij) terugstake
(dat wij) terugsteken(dat wij) terugstaken
(dat jullie) terugsteken(dat jullie) terugstaken
(dat gij) terugsteket(dat gij) terugstaket
(dat zij) terugsteken(dat zij) terugstaken
Imperative mood
Singular/PluralPlural
steek terugsteekt terug
Participles
Present participlePast participle
terugstekend, terugstekende(hebben) teruggestoken

Usage samples

Hij stak zijn zwaard terug in de schede en vervolgde zijn weg naar de stad der ouden.

Translations

Englishreplace
Esperantoremeti
Frenchremettre; reposer