Information about the word bannen (Dutch → Esperanto: ekzili)

Synonyms: uitbannen, verbannen

Part of speechverb
Pronunciation/bɑnə(n)/
Hyphenationban·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) ban(ik) bande
(jij) bant(jij) bande
(hij) bant(hij) bande
(wij) bannen(wij) banden
(jullie) bannen(jullie) banden
(gij) bant(gij) bandet
(zij) bannen(zij) banden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) banne(dat ik) bande
(dat jij) banne(dat jij) bande
(dat hij) banne(dat hij) bande
(dat wij) bannen(dat wij) banden
(dat jullie) bannen(dat jullie) banden
(dat gij) bannet(dat gij) bandet
(dat zij) bannen(dat zij) banden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
banbant
Participles
Present participlePast participle
bannend, bannende(hebben) gebannen

Translations

Afrikaansverban
Czechvyhostit; vypovědět
Englishbanish; exile
Esperantoekzili
Frenchbanni; bannir; exiler
Germanbannen; ins Exil schicken; verbannen
Italianbandire; esiliare
Portuguesebanir; degredar; desterrar; exilar
Saterland Frisianferbanne; int Exil seende
Spanishdesterrar
West Frisianbanne