Information about the word terugontvangen (Dutch → Esperanto: rericevi)

Synonyms: terughebben, terugkrijgen, recupereren

Part of speechverb
Pronunciation/təˈrɵxɔntfɑŋə(n)/
Hyphenationte·rug·ont·van·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) ontvang terug(ik) ontving terug
(jij) ontvangt terug(jij) ontving terug
(hij) ontvangt terug(hij) ontving terug
(wij) ontvangen terug(wij) ontvingen terug
(jullie) ontvangen terug(jullie) ontvingen terug
(gij) ontvangt terug(gij) ontvingt terug
(zij) ontvangen terug(zij) ontvingen terug
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) terugontvange(dat ik) terugontvinge
(dat jij) terugontvange(dat jij) terugontvinge
(dat hij) terugontvange(dat hij) terugontvinge
(dat wij) terugontvangen(dat wij) terugontvingen
(dat jullie) terugontvangen(dat jullie) terugontvingen
(dat gij) terugontvanget(dat gij) terugontvinget
(dat zij) terugontvangen(dat zij) terugontvingen
Participles
Present participlePast participle
terugontvangend, terugontvangende(hebben) terugontvangen

Usage samples

Slaag ik niet, dan ontvangt elk een hele kroon terug.

Translations

Englishget back
Esperantorericevi
Frenchrécupérer; retirer
Germanherausbekommen