Information about the word conformeren (Dutch → Esperanto: konformi)

Synonyms: in overeenstemming zijn, passen

Part of speechverb
Pronunciation/kɔnfɔrˈmerə(n)/
Hyphenationcon·for·me·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) conformeer(ik) conformeerde
(jij) conformeert(jij) conformeerde
(hij) conformeert(hij) conformeerde
(wij) conformeren(wij) conformeerden
(jullie) conformeren(jullie) conformeerden
(gij) conformeert(gij) conformeerdet
(zij) conformeren(zij) conformeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) conformere(dat ik) conformeerde
(dat jij) conformere(dat jij) conformeerde
(dat hij) conformere(dat hij) conformeerde
(dat wij) conformeren(dat wij) conformeerden
(dat jullie) conformeren(dat jullie) conformeerden
(dat gij) conformeret(dat gij) conformeerdet
(dat zij) conformeren(dat zij) conformeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
conformeerconformeert
Participles
Present participlePast participle
conformerend, conformerende(hebben) geconformeerd

Translations

Danishpasse
Englishconform; fit; fit in; correspond
Esperantokonformi
Germanübereinstimmen; entsprechen
Portugueseestar conforme a