Information about the word aan het werk gaan (Dutch → Esperanto: eklabori)

Synonyms: aan de slag gaan, aan het werk tijgen, zich aan het werk begeven, aan de gang gaan

Part of speechunknown part of speech
Hyphenationaan het werk gaan

Usage samples

Wij konden weer aan het werk gaan.
Toen de assistent Pieps de volgende morgen het laboratorium naderde om aan het werk te gaan, verkeerde hij in een neerslachtige stemming.