Information about the word optéren (Dutch → Esperanto: preferi)

Synonyms: de voorkeur geven aan, er de voorkeur aan geven, prefereren, verkiezen, voortrekken

Part of speechverb
Pronunciation/ɔpˈterə(n)/
Hyphenationop·te·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) opteer(ik) opteerde
(jij) opteert(jij) opteerde
(hij) opteert(hij) opteerde
(wij) opteren(wij) opteerden
(jullie) opteren(jullie) opteerden
(gij) opteert(gij) opteerdet
(zij) opteren(zij) opteerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) optere(dat ik) opteerde
(dat jij) optere(dat jij) opteerde
(dat hij) optere(dat hij) opteerde
(dat wij) opteren(dat wij) opteerden
(dat jullie) opteren(dat jullie) opteerden
(dat gij) opteret(dat gij) opteerdet
(dat zij) opteren(dat zij) opteerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
opteeropteert
Participles
Present participlePast participle
opterend, opterende(hebben) geopteerd