Information about the word uitbranden (Dutch → Esperanto: kaŭteri)

Synonym: cauteriseren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈœy̯dbrɑndə(n)/
Hyphenationuit·bran·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) brand uit(ik) brandde uit
(jij) brandt uit(jij) brandde uit
(hij) brandt uit(hij) brandde uit
(wij) branden uit(wij) brandden uit
(jullie) branden uit(jullie) brandden uit
(gij) brandt uit(gij) branddet uit
(zij) branden uit(zij) brandden uit
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) uitbrande(dat ik) uitbrandde
(dat jij) uitbrande(dat jij) uitbrandde
(dat hij) uitbrande(dat hij) uitbrandde
(dat wij) uitbranden(dat wij) uitbrandden
(dat jullie) uitbranden(dat jullie) uitbrandden
(dat gij) uitbrandet(dat gij) uitbranddet
(dat zij) uitbranden(dat zij) uitbrandden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
brand uitbrandt uit
Participles
Present participlePast participle
uitbrandend, uitbrandende(hebben) uitgebrand

Translations

Englishcauterize
Esperantokaŭteri; kaŭterizi
Germankauterisieren; mit dem Kauter verätzen
Spanishcauterizar