Information about the word afwrijven (Dutch → Esperanto: defroti)

Synonym: wegwrijven

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɑfrɛi̯və(n)/
Hyphenationaf·wrij·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) wrijf af(ik) wreef af
(jij) wrijft af(jij) wreef af
(hij) wrijft af(hij) wreef af
(wij) wrijven af(wij) wreven af
(jullie) wrijven af(jullie) wreven af
(gij) wrijft af(gij) wreeft af
(zij) wrijven af(zij) wreven af
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) afwrijve(dat ik) afwreve
(dat jij) afwrijve(dat jij) afwreve
(dat hij) afwrijve(dat hij) afwreve
(dat wij) afwrijven(dat wij) afwreven
(dat jullie) afwrijven(dat jullie) afwreven
(dat gij) afwrijvet(dat gij) afwrevet
(dat zij) afwrijven(dat zij) afwreven
Imperative mood
Singular/PluralPlural
wrijf afwrijft af
Participles
Present participlePast participle
afwrijvend, afwrijvende(hebben) afgewreven

Translations

Englishrub off
Esperantodefroti
Germanabreiben; herunterreiben; abschürfen; abschrammen