Information about the word reïncarneren (Dutch → Esperanto: renaskiĝi)

Synonym: wedergeboren worden

Part of speechverb
Pronunciation/rejɪŋkɑrˈnerə(n)/
Hyphenationre·in·car·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) reïncarneer(ik) reïncarneerde
(jij) reïncarneert(jij) reïncarneerde
(hij) reïncarneert(hij) reïncarneerde
(wij) reïncarneren(wij) reïncarneerden
(jullie) reïncarneren(jullie) reïncarneerden
(gij) reïncarneert(gij) reïncarneerdet
(zij) reïncarneren(zij) reïncarneerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) reïncarnere(dat ik) reïncarneerde
(dat jij) reïncarnere(dat jij) reïncarneerde
(dat hij) reïncarnere(dat hij) reïncarneerde
(dat wij) reïncarneren(dat wij) reïncarneerden
(dat jullie) reïncarneren(dat jullie) reïncarneerden
(dat gij) reïncarneret(dat gij) reïncarneerdet
(dat zij) reïncarneren(dat zij) reïncarneerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
reïncarneerreïncarneert
Participles
Present participlePast participle
reïncarnerend, reïncarnerende(zijn) gereïncarneerd

Translations

Englishbe reborn; be born again
Esperantorenaskiĝi
Frenchrenaître