Information about the word digereren (Dutch → Esperanto: digesti)

Synonyms: verduwen, verteren

Part of speechverb
Pronunciation/diɣəˈrerə(n)/
Hyphenationdi·ge·re·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) digereren(ik) digereerde
(jij) digererent(jij) digereerde
(hij) digererent(hij) digereerde
(wij) digereren(wij) digereerden
(jullie) digereren(jullie) digereerden
(gij) digererent(gij) digereerdet
(zij) digereren(zij) digereerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) digerere(dat ik) digereerde
(dat jij) digerere(dat jij) digereerde
(dat hij) digerere(dat hij) digereerde
(dat wij) digereren(dat wij) digereerden
(dat jullie) digereren(dat jullie) digereerden
(dat gij) digereret(dat gij) digereerdet
(dat zij) digereren(dat zij) digereerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
digereerdigereert
Participles
Present participlePast participle
digererend, digererende(hebben) gedigereerd

Translations

Catalandigerir
Czechstrávit; trávit; zažívat
Danishfordøje
Englishdigest
Esperantodigesti
Faeroesemelta; sodna
Frenchdigérer
Germandigerieren; verdauen
Hungarianemészt
Portuguesedigerir; fazer digestão
Saterland Frisianferdaue
Scotsdisgeest
Spanishdigerir
Thaiย่อย