Information about the word heuglijk (Dutch → Esperanto: ĝojiga)

Synonyms: blij, blijde, verblijdend, verheugend, verheuglijk

Part of speechadjective
Pronunciation/ˈɦøxlək/
Hyphenationheug·lijk

Degrees of comparison

Positiveheuglijk
Comparativeheuglijker
Superlativeheuglijkst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativeheuglijkheuglijker(het) heuglijkst, (het) heuglijkste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralheuglijkeheuglijkereheuglijkste
Indefinite singularheuglijkheuglijkerheuglijkst
Pluralheuglijkeheuglijkereheuglijkste
Definiteheuglijkeheuglijkereheuglijkste
Partitiveheuglijksheuglijkers 

Usage samples

Maar een dergelijk heuglijk ogenblik lag nog in de toekomst verscholen.

Translations

Englishjoyful; cheering
Esperantoĝojiga
Germanfroh