Information about the word verkleumen (Dutch → Esperanto: sensentiĝi pro malvarmo)

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈklømə(n)/
Hyphenationver·kleu·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) verkleumt(hij) verkleumde
(zij) verkleumen(zij) verkleumden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) verkleume(dat hij) verkleumde
(dat zij) verkleumen(dat zij) verkleumden
Participles
Present participlePast participle
verkleumend, verkleumende(zijn) verkleumd

Usage samples

De handen verkleumen daarbij zodanig dat men er al spoedig geen kracht meer in heeft.

Translations

Englishbenumb
Esperantosensentiĝi pro malvarmo