Synonyms: doorgaan met, onderhóúden, verder gaan met, voortgaan, voortgaan met, voortvaren, laten voortduren
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /vərˈvɔlɣə(n)/ |
---|
Hyphenation | ver·vol·gen |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) vervolg | (ik) vervolgde |
(jij) vervolgt | (jij) vervolgde |
(hij) vervolgt | (hij) vervolgde |
(wij) vervolgen | (wij) vervolgden |
(jullie) vervolgen | (jullie) vervolgden |
(gij) vervolgt | (gij) vervolgdet |
(zij) vervolgen | (zij) vervolgden |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) vervolge | (dat ik) vervolgde |
(dat jij) vervolge | (dat jij) vervolgde |
(dat hij) vervolge | (dat hij) vervolgde |
(dat wij) vervolgen | (dat wij) vervolgden |
(dat jullie) vervolgen | (dat jullie) vervolgden |
(dat gij) vervolget | (dat gij) vervolgdet |
(dat zij) vervolgen | (dat zij) vervolgden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
vervolg | vervolgt |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
vervolgend, vervolgende | (hebben) vervolgd |
Wilt u daarom zo goed zijn ons verlof te geven onze weg te vervolgen?
„Het gaat over dat voorstel van jou”, vervolgde hij.
Hij mompelde een groet en vervolgde zijn wandeling, gevolgd door Tom Poes.
Maar als hij zijn weg over de rotsen vervolgde, zou de neger hem spoedig ingehaald hebben, dat wist hij.