Synonyms: ogenblik, oogwenk, tel, tijdstip, wip
Part of speech | common noun |
---|
Pronunciation | /moˈmɛnt/ |
---|
Hyphenation | mo·ment |
---|
Gender | neuter |
---|
Plural | momenten |
---|
Diminutive |
---|
Singular | Plural |
---|
momentje | momentjes |
De witte ridder aarzelde geen moment.
Op dat moment klonk er een luide slag.
Verder kwam hij niet, want op dat moment stapte commissaris Bas de tuin binnen.
Op dit moment dreigt er geen dringend gevaar voor de NAVO‐landen.
Maar hij zag aan Flaggs gezicht dat dit niet het moment was om over vleermuizen te beginnen.
Is het nu niet het moment om in het reine te komen met uzelf en de wereld?
Ik geloof niet dat het nu het juiste moment is om…