Information about the word beklanten (Dutch → Esperanto: esti kliento de)

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈklɑntə(n)/
Hyphenationbe·klan·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) beklant(ik) beklantte
(jij) beklant(jij) beklantte
(hij) beklant(hij) beklantte
(wij) beklanten(wij) beklantten
(jullie) beklanten(jullie) beklantten
(gij) beklant(gij) beklanttet
(zij) beklanten(zij) beklantten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) beklante(dat ik) beklantte
(dat jij) beklante(dat jij) beklantte
(dat hij) beklante(dat hij) beklantte
(dat wij) beklanten(dat wij) beklantten
(dat jullie) beklanten(dat jullie) beklantten
(dat gij) beklantet(dat gij) beklanttet
(dat zij) beklanten(dat zij) beklantten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
beklantbeklant
Participles
Present participlePast participle
beklantend, beklantende(hebben) beklant

Usage samples

Ik beklant het officiële bordeel tweemaal per week.

Translations

Englishpatronize
Esperantoesti kliento de