Synonyms: aantekenen, noteren, opschrijven, te boek stellen
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /ˈɔptekənə(n)/ |
---|
Hyphenation | op·te·ke·nen |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) teken op | (ik) tekende op |
(jij) tekent op | (jij) tekende op |
(hij) tekent op | (hij) tekende op |
(wij) tekenen op | (wij) tekenden op |
(jullie) tekenen op | (jullie) tekenden op |
(gij) tekent op | (gij) tekendet op |
(zij) tekenen op | (zij) tekenden op |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) optekene | (dat ik) optekende |
(dat jij) optekene | (dat jij) optekende |
(dat hij) optekene | (dat hij) optekende |
(dat wij) optekenen | (dat wij) optekenden |
(dat jullie) optekenen | (dat jullie) optekenden |
(dat gij) optekenet | (dat gij) optekendet |
(dat zij) optekenen | (dat zij) optekenden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
teken op | tekent op |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
optekenend, optekenende | (hebben) opgetekend |
Laat dit vonnis worden opgetekend en voorgelezen, opdat niemand onwetendheid kan voorwenden.
Laat het aldus opgetekend worden in de officiële stukken.
Welke naam kan ik optekenen in mijn register?