Information about the word openvouwen (Dutch → Esperanto: malfaldi)

Synonyms: ontvouwen, opzetten, uitvouwen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈopə(n)vɑu̯ʋə(n)/
Hyphenationopen·vou·wen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vouw open(ik) vouwde open
(jij) vouwt open(jij) vouwde open
(hij) vouwt open(hij) vouwde open
(wij) vouwen open(wij) vouwden open
(jullie) vouwen open(jullie) vouwden open
(gij) vouwt open(gij) vouwdet open
(zij) vouwen open(zij) vouwden open
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) openvouwe(dat ik) openvouwde
(dat jij) openvouwe(dat jij) openvouwde
(dat hij) openvouwe(dat hij) openvouwde
(dat wij) openvouwen(dat wij) openvouwden
(dat jullie) openvouwen(dat jullie) openvouwden
(dat gij) openvouwet(dat gij) openvouwdet
(dat zij) openvouwen(dat zij) openvouwden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vouw openvouwt open
Participles
Present participlePast participle
openvouwend, openvouwende(hebben) opengevouwen

Usage samples

Tom Poes mompelde iets en vouwde het papier moeizaam open.
Hij nam hem aan, vouwde hem voorzichtig open en las wat Caroline Crale zestien jaar geleden had geschreven.
Toen Kevin het openvouwde, viel er een biljet van tien dollar uit.

Translations

Danishsprede
Englishspread out
Esperantomalfaldi; disfaldi
Frenchdéployer
Germanentfalten; ausbreiten; aufschlagen; aufkrempeln; auffalten
Portuguesedesdobrar; desfraldar
Saterland Frisianäntfooldje