Information about the word zich beheersen (Dutch → Esperanto: regi sin)

Synonym: zich inhouden

Part of speechreflexive verb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) beheers mij(ik) beheerste mij
(jij) beheerst je(jij) beheerste je
(hij) beheerst zich(hij) beheerste zich
(wij) beheersen ons(wij) beheersten ons
(jullie) beheersen ons(jullie) beheersten ons
(gij) beheerst u(gij) beheerstet u
(zij) beheersen zich(zij) beheersten zich
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) mij beheerse(dat ik) mij beheerste
(dat jij) je beheerse(dat jij) je beheerste
(dat hij) zich beheerse(dat hij) zich beheerste
(dat wij) ons beheersen(dat wij) ons beheersten
(dat jullie) ons beheersen(dat jullie) ons beheersten
(dat gij) u beheerset(dat gij) u beheerstet
(dat zij) zich beheersen(dat zij) zich beheersten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
beheers jebeheerst je
Participles
Present participlePast participle
zich beheersend, zich beheersende(hebben) zich beheersd

Usage samples

Daarom beheerste hij zich bij de grove woorden van de kunstschilder.
Bond beheerste zich, met moeite.
Maar ik beheers me!