Information über das Wort bejaard (Niederländisch → Esperanto: maljuna)

Synonym: oud

WortartAdjektief
Aussprache/bəˈjaːrt/
Trennungbe·jaard

Komparation

Positivebejaard
Komparativbejaarder
Superlativbejaardst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativbejaardbejaarder(het) bejaardst, (het) bejaardste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlbejaardebejaarderebejaardste
Sächlicher Einzahlbejaardbejaarderbejaardst
Mehrzahlbejaardebejaarderebejaardste
Bestimmtbejaardebejaarderebejaardste
Partitivbejaardsbejaarders 

Gebrauchsbeispiele

Waarom deze bejaarde man voor een jonge buitenlander zoveel belangstelling toonde, begreep ik pas nadat hij het mij verteld had.
Ten slotte liet hij zijn gebak zakken en staarde nadenkend naar de bejaarde vreemdeling.

Übersetzungen

Afrikaansoud; bejaard
Dänischgammel
Deutschalt; bejahrt; betagt
Englischaged
Englisch (Altenglisch)eald
Esperantomaljuna; olda
Färöerischgamal
Finnischvanha
Französischolda; vieux
Isländischgamall
Italienischvecchio
Jamaikanisches Kreolischhaadbak; uol; huol
Jiddischאַלט
Kabylischamγar
Lateinanus; vetus; vetustus
Luxemburgischal
Malaiischtua
Niederdeutschold
Norwegischgammel
Papiamentobieu
Polnischstary
Rumänischbătrân
Russischстарый
Saterfriesischbejierd; oold
Schottisch Gälischsean
Schwedischgammal; åldrig
Scotsauld
Spanischanciano; viejo
Sranangran; grani
Tagalogmatandâ
Thaiแก่; ชรา
Tschechischstarý
Ungarischidős; öreg
Westfriesischâld