Information über das Wort zitkamer (Niederländisch → Esperanto: loĝoĉambro)

Synonyme: huiskamer, woonvertrek, woonkamer, living

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈzɪtkamər/
Trennungzit·ka·mer

Gebrauchsbeispiele

Joost gehoorzaamde en even later trad de heer Zielknijper de zitkamer binnen.
De dienstbode liet haar binnen in een bijzonder slordige zitkamer.
Frodo, Pepijn en Sam gingen terug naar de zitkamer.
Zou je over vijf minuten in de zitkamer willen komen?

Übersetzungen

Afrikaansleefvertrek; sitkamer
Dänischstue; dagligstue
DeutschWohnzimmer
Englischliving‐room; sitting‐room
Esperantoloĝoĉambro; sidĉambro; vivoĉambro
Italienischstanza
Lateinatrium
Norwegischdagligstue
Papiamentohadrei; sala
Portugiesischsala
SaterfriesischStoowe; Woonstoowe
Thaiห้องรับแขก
Westfriesischhúskeamer; wenkeamer