Information über das Wort jaar (Niederländisch → Esperanto: jaro)

WortartSubstantiv
Aussprache/jaːr/
Trennungjaar
Geschlechtsächlich
Mehrzahljaren

Gebrauchsbeispiele

Als alles goed verloopt, wordt het doel in het jaar 2004 bereikt.
Vorig jaar doneerde aluminiumbaron Viktor Vekselʹberg 826.000 dollar aan het ANC.
Elk jaar nemen de kosten toe.
Het aantal bedrijven dat failliet ging, lag 65 procent procent hoger dan in september vorig jaar.
Het jaar liep ten einde en de dagen waren kort en somber.

Übersetzungen

Afrikaansjaar
Albanischmot
Dänischår
DeutschJahr
Englischyear
Englisch (Altenglisch)gear
Esperantojaro
Finnischvuosi
Französischan; année
Griechischέτος; χρόνος
Hawaiischmakahiki
Isländischár
Italienischanno
Jamaikanisches Kreolischier
Jiddischיאָר
Katalanischany
Lateinannus
LuxemburgischJoer
Malaiischtahun
Niederdeutschjår
Norwegischår
Polnischrok
Portugiesischano
Rumänischan
Russischгод
SaterfriesischJier
Schottisch Gälischbliadhna
Schwedischår
Scotsyear
Spanischaño
Srananyari
Suahelimwaka
Thaiปี
Tschechischrok
Türkischsene
Ungarischév
Westfriesischjier