Information über das Wort blindelings (Niederländisch → Esperanto: blinde)

Synonyme: blind, in den blinde

WortartAdverb
Aussprache/ˈblɪndəlɪŋs/
Trennungblin·de·lings

Gebrauchsbeispiele

Blindelings rende hij naar het andere eind van het ravijn.
Heer Bommel begreep dat hij van deze kant geen hulp te verwachten had en daarom begaf hij zich, blindelings tastend, naar de keuken, waar een kraan was.

Übersetzungen

Deutschblindlings; blind
Englischblindly
Esperantoblinde
Französischà l’aveuglette; aveuglément; en aveugle
Portugiesischàs cegas
Schwedischblindvis
Spanischciegas