Information über das Wort bijbels (Niederländisch → Esperanto: biblia)

WortartAdjektief
Aussprache/ˈbɛi̯bəls/
Trennungbij·bels

Deklination

Predikativ
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlbijbelse
Sächlicher Einzahlbijbels
Mehrzahlbijbelse
Bestimmtbijbelse
Partitivbijbels

Gebrauchsbeispiele

Strenge christenen, die altijd klagen over de verderfelijke invloed van linkse landgenoten, steken niet onder stoelen of banken dat ze willen dat Amerika een strikt bijbels land wordt en gelooft in de letterlijke tekst van Gods woord.

Übersetzungen

Dänischbibelsk; bibelisk
Deutschbiblisch; Bibel‐
Englischbiblical; scriptural
Esperantobiblia
Papiamentobiblia; bíbliko
Spanischbíblico
Westfriesischbibelsk