Information über das Wort groeien (Niederländisch → Esperanto: vegeti)

Synonym: vegeteren

WortartVerb
Aussprache/ˈɣrujə(n)/
Trennunggroei·en

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(hij) groeit(hij) groeide
(zij) groeien(zij) groeiden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat hij) groeie(dat hij) groeide
(dat zij) groeien(dat zij) groeiden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
groeiend, groeiende(zijn) gegroeid

Gebrauchsbeispiele

Verwante soorten groeien nu alleen nog in Noord‐Amerika en Klein‐Azië.
Bomen die in een gesloten vegetatie groeien, worden in de regel groter.
Tegen de laagste, buitenste muur groeide dicht struikgewas.

Übersetzungen

Deutschvegetieren
Englischvegetate
Esperantovegeti
Färöerischgrógva; liva; vaksa
Finnischkasvaa
Französischvégéter
Portugiesischvegetar
Saterfriesischvegetierje
Spanischvegetar
Tschechischrůst; vegetovat; živořit