Information über das Wort verzilveren (Niederländisch → Esperanto: arĝenti)

WortartVerb
Aussprache/vərˈzɪlvərə(n)/
Trennungver·zil·ve·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verzilver(ik) verzilverde
(jij) verzilvert(jij) verzilverde
(hij) verzilvert(hij) verzilverde
(wij) verzilveren(wij) verzilverden
(jullie) verzilveren(jullie) verzilverden
(gij) verzilvert(gij) verzilverdet
(zij) verzilveren(zij) verzilverden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verzilvere(dat ik) verzilverde
(dat jij) verzilvere(dat jij) verzilverde
(dat hij) verzilvere(dat hij) verzilverde
(dat wij) verzilveren(dat wij) verzilverden
(dat jullie) verzilveren(dat jullie) verzilverden
(dat gij) verzilveret(dat gij) verzilverdet
(dat zij) verzilveren(dat zij) verzilverden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verzilververzilvert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verzilverend, verzilverende(hebben) verzilverd

Übersetzungen

Deutschversilbern
Englischsilver
Esperantoarĝenti; arĝentizi; arĝentumi
Französischargenter
Italienischargentare
Spanischplatear; argentar