Information über das Wort reguleren (Niederländisch → Esperanto: reguligi)

Synonyme: regelen, reglementeren, vereffenen

WortartVerb
Aussprache/reɣyˈlerə(n)/
Trennungre·gu·le·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) reguleer(ik) reguleerde
(jij) reguleert(jij) reguleerde
(hij) reguleert(hij) reguleerde
(wij) reguleren(wij) reguleerden
(jullie) reguleren(jullie) reguleerden
(gij) reguleert(gij) reguleerdet
(zij) reguleren(zij) reguleerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) regulere(dat ik) reguleerde
(dat jij) regulere(dat jij) reguleerde
(dat hij) regulere(dat hij) reguleerde
(dat wij) reguleren(dat wij) reguleerden
(dat jullie) reguleren(dat jullie) reguleerden
(dat gij) reguleret(dat gij) reguleerdet
(dat zij) reguleren(dat zij) reguleerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
reguleerreguleert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
regulerend, regulerende(hebben) gereguleerd

Übersetzungen

Afrikaansreël
Deutschberichtigen
Englischregulate; adjust
Esperantoreguligi; reguli
Französischrégler
Portugiesischregularizar
Saterfriesischbegjuchtigje; begjuchtje; ferbeeterje; korrigierje
Spanischreglamentar
Türkischayarlamak