Information über das Wort beschrijven (Niederländisch → Esperanto: priskribi)

WortartVerb
Aussprache/bəˈsxrɛi̯və(n)/
Trennungbe·schrij·ven

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) beschrijf(ik) beschreef
(jij) beschrijft(jij) beschreef
(hij) beschrijft(hij) beschreef
(wij) beschrijven(wij) beschreven
(jullie) beschrijven(jullie) beschreven
(gij) beschrijft(gij) beschreeft
(zij) beschrijven(zij) beschreven
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) beschrijve(dat ik) beschreve
(dat jij) beschrijve(dat jij) beschreve
(dat hij) beschrijve(dat hij) beschreve
(dat wij) beschrijven(dat wij) beschreven
(dat jullie) beschrijven(dat jullie) beschreven
(dat gij) beschrijvet(dat gij) beschrevet
(dat zij) beschrijven(dat zij) beschreven
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
beschrijfbeschrijft
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
beschrijvend, beschrijvende(hebben) beschreven

Gebrauchsbeispiele

Maar zo is deze tocht hier niet beschreven.
Ik heb beschreven wat jullie nodig hebben.

Übersetzungen

Afrikaansbeskryf
Dänischbeskrive
Deutschbeschreiben; bezeichnen
Englischdescribe
Esperantopriskribi
Färöerischlýsa
Französischdécrire; représenter
Italienischdescrivere
Katalanischdescriure
Luxemburgischbeschreiwen
Niederdeutschbeskreyven
Papiamentodeskribí
Polnischopisać
Portugiesischdescrever
Rumänischdescrie
Saterfriesischbeschrieuwe; beskrieuwe
Schwedischbeskriva
Spanischdescribir
Tschechischpopisovat; popsat