Information über das Wort betwijfelen (Niederländisch → Esperanto: pridubi)

Synonyme: in twijfel trekken, twijfelen aan

WortartVerb
Aussprache/bəˈtʋɛi̯fələ(n)/
Trennungbe·twij·fe·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) betwijfel(ik) betwijfelde
(jij) betwijfelt(jij) betwijfelde
(hij) betwijfelt(hij) betwijfelde
(wij) betwijfelen(wij) betwijfelden
(jullie) betwijfelen(jullie) betwijfelden
(gij) betwijfelt(gij) betwijfeldt
(zij) betwijfelen(zij) betwijfelden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) betwijfele(dat ik) betwijfelde
(dat jij) betwijfele(dat jij) betwijfelde
(dat hij) betwijfele(dat hij) betwijfelde
(dat wij) betwijfelen(dat wij) betwijfelden
(dat jullie) betwijfelen(dat jullie) betwijfelden
(dat gij) betwijfelet(dat gij) betwijfeldet
(dat zij) betwijfelen(dat zij) betwijfelden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
betwijfelend, betwijfelende(hebben) betwijfeld

Gebrauchsbeispiele

Ik betwijfel echter of we in staat zullen zijn vijfduizend ton over te brengen voordat de grond hier te heet onder onze voeten wordt.
Het mag betwijfeld worden of de politiechef begreep wat deze woorden betekenden.
Hij betwijfelde reeds of ze de oase zouden kunnen bereiken, hoewel ze die misschien zo dicht zouden kunnen naderen dat ze het laatste eind zouden kunnen lopen.

Übersetzungen

Deutschanzweifeln; bezweifeln; zweifeln an
Englischdoubt; question
Esperantopridubi; dubi pri
Portugiesischpôr em dúvida
Schwedischbetvivla