Information über das Wort vergaan (Niederländisch → Esperanto: pasi)

Synonyme: óverdrijven, overgaan

WortartVerb
Aussprache/vərˈɣan/
Trennungver·gaan

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verga(ik) verging
(jij) vergaat(jij) verging
(hij) vergaat(hij) verging
(wij) vergaan(wij) vergingen
(jullie) vergaan(jullie) vergingen
(gij) vergaat(gij) vergingt
(zij) vergaan(zij) vergingen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verga(dat ik) verginge
(dat jij) verga(dat jij) verginge
(dat hij) verga(dat hij) verginge
(dat wij) vergaan(dat wij) vergingen
(dat jullie) vergaan(dat jullie) vergingen
(dat gij) vergaat(dat gij) verginget
(dat zij) vergaan(dat zij) vergingen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vergaand, vergaande(zijn) vergaan

Gebrauchsbeispiele

En zo verging de avond, zoals dergelijke avonden vergaan.
Het zal u slecht vergaan als u geen vragen beantwoordt.
Hoe verging het die ruiter?
Zo vergaat het mij nu altijd.

Übersetzungen

Deutschpassieren; vorübergehen; vorüberkommen
Englischpass; pass by; pass through; blow over
Esperantopasi
Färöerischfara; líða
Finnischmennä ohi
Französischpasser
Katalanischpassar
Portugiesischpassar
Saterfriesischfergunge; foarbiegunge; passierje
Spanischpasar; transcurrir