Information über das Wort paraferen (Niederländisch → Esperanto: parafi)

Synonym: waarmerken

WortartVerb
Aussprache/paraˈfeːrə(n)/
Trennungpa·ra·fe·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) parafeer(ik) parafeerde
(jij) parafeert(jij) parafeerde
(hij) parafeert(hij) parafeerde
(wij) paraferen(wij) parafeerden
(jullie) paraferen(jullie) parafeerden
(gij) parafeert(gij) parafeerdet
(zij) paraferen(zij) parafeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) parafere(dat ik) parafeerde
(dat jij) parafere(dat jij) parafeerde
(dat hij) parafere(dat hij) parafeerde
(dat wij) paraferen(dat wij) parafeerden
(dat jullie) paraferen(dat jullie) parafeerden
(dat gij) paraferet(dat gij) parafeerdet
(dat zij) paraferen(dat zij) parafeerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
parafeerparafeert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
paraferend, paraferende(hebben) geparafeerd

Gebrauchsbeispiele

James Bond legde het grijze potlood neer waarmee hij de memo’s aan afdelling Dubbel‐Nul parafeerde, en deed zijn jasje uit.

Übersetzungen

Englischinitial
Esperantoparafi