Information über das Wort oxideren (Niederländisch → Esperanto: oksidi)

WortartVerb
Aussprache/ɔksiˈderə(n)/
Trennungoxi·de·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) oxideer(ik) oxideerde
(jij) oxideert(jij) oxideerde
(hij) oxideert(hij) oxideerde
(wij) oxideren(wij) oxideerden
(jullie) oxideren(jullie) oxideerden
(gij) oxideert(gij) oxideerdet
(zij) oxideren(zij) oxideerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) oxidere(dat ik) oxideerde
(dat jij) oxidere(dat jij) oxideerde
(dat hij) oxidere(dat hij) oxideerde
(dat wij) oxideren(dat wij) oxideerden
(dat jullie) oxideren(dat jullie) oxideerden
(dat gij) oxideret(dat gij) oxideerdet
(dat zij) oxideren(dat zij) oxideerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
oxideeroxideert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
oxiderend, oxiderende(hebben) geoxideerd

Übersetzungen

Dänischoxydere
Deutschoxydieren
Englischoxidize
Esperantooksidi
Schwedischoxidera