Information über das Wort aankomen (Niederländisch → Esperanto: alveni)

Synonyme: arriveren, belanden

WortartVerb
Aussprache/ˈaŋkomə(n)/
Trennungaan·ko·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) kom aan(ik) kwam aan
(jij) komt aan(jij) kwam aan
(hij) komt aan(hij) kwam aan
(wij) komen aan(wij) kwamen aan
(jullie) komen aan(jullie) kwamen aan
(gij) komt aan(gij) kwaamt aan
(zij) komen aan(zij) kwamen aan
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aankome(dat ik) aankwame
(dat jij) aankome(dat jij) aankwame
(dat hij) aankome(dat hij) aankwame
(dat wij) aankomen(dat wij) aankwamen
(dat jullie) aankomen(dat jullie) aankwamen
(dat gij) aankomet(dat gij) aankwamet
(dat zij) aankomen(dat zij) aankwamen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
kom aankomt aan
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aankomend, aankomende(zijn) aangekomen

Gebrauchsbeispiele

Hoe laat kwamen jullie daar aan?
Ik heb het al enige tijd zien aankomen.
Maar zoals gewoonlijk was het nieuws hen vooruitgesneld en toen ze aankwamen, waren de meeste indianen al verdwenen.
En daar komt de metselaar al aan om de schade te herstellen.
Als ik dan aankom, ben ik te vermoeid om mijn verhaal te kunnen doen.
Bij de villa aangekomen liep Poirot regelrecht naar de schuur waar het tweede lijk was gevonden.

Übersetzungen

Afrikaansaankom
Albanischarrij; mërrij
Dänischankomme
Deutschankommen; eintreffen; gelangen; zukommen; herzukommen
Englischarrive
Englisch (Altenglisch)becuman
Esperantoalveni
Färöerischkoma
Finnischsaapua
Französischarriver
Griechischαφικνούμαι; φθάνω
Isländischkoma
Italienischarrivare
Jamaikanisches Kreolischkech
Jiddischאָנקומען
Kabylischawed
Katalanischarribar
Lateinadvenire; pervenire
Malaiischsampi; tiba
Norwegischankomme
Papiamentoyega
Polnischprzyjechać; przyjść
Portugiesischchegar
Rumänischajunge; sosi
Russischприбывать; прибыть
Saterfriesischankuume; geloangje; ienträffe; toukuume
Schwedischankomma
Spanischllegar
Sranandoro; kon
Suaheli‐fika
Thaiถึง; มาถึง
Türkischvarmak; vasıl olmak
Ungarischérkezik; megérkezni
Westfriesischarrivearje; oankomme; oanlânje