Information über das Wort wanhopen (Niederländisch → Esperanto: malesperi)

Synonyme: vertwijfelen, despereren

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) wanhoop(ik) wanhoopte
(jij) wanhoopt(jij) wanhoopte
(hij) wanhoopt(hij) wanhoopte
(wij) wanhopen(wij) wanhoopten
(jullie) wanhopen(jullie) wanhoopten
(gij) wanhoopt(gij) wanhooptet
(zij) wanhopen(zij) wanhoopten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wanhope(dat ik) wanhoopte
(dat jij) wanhope(dat jij) wanhoopte
(dat hij) wanhope(dat hij) wanhoopte
(dat wij) wanhopen(dat wij) wanhoopten
(dat jullie) wanhopen(dat jullie) wanhoopten
(dat gij) wanhopet(dat gij) wanhooptet
(dat zij) wanhopen(dat zij) wanhoopten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
wanhoopwanhoopt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wanhopend, wanhopende(hebben) gewanhoopt

Übersetzungen

Dänischfortvivle
Deutschverzweifeln
Englischdespair
Esperantomalesperi
Französischdésespérer
Lateindesperare
Papiamentodesesperá
Portugiesischdesesperar; perder a esperança
Schwedischmisströsta
Westfriesischwanhoopje