Information über das Wort ineenlopen (Niederländisch → Esperanto: kunflui)

Synonyme: samenlopen, samenvloeien

WortartVerb
Aussprache/ɪˈnenlopə(n)/
Trennungin·een·lo·pen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(wij) lopen ineen(wij) liepen ineen
(jullie) lopen ineen(jullie) liepen ineen
(gij) loopt ineen(gij) liept ineen
(zij) lopen ineen(zij) liepen ineen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat wij) ineenlopen(dat wij) ineenliepen
(dat jullie) ineenlopen(dat jullie) ineenliepen
(dat gij) ineenlopet(dat gij) ineenliepet
(dat zij) ineenlopen(dat zij) ineenliepen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
ineenlopend, ineenlopende(zijn) ineengelopen

Übersetzungen

Deutschzusammenfließen; sich vereinigen
Esperantokunflui; kunfluiĝi