Information über das Wort aanbidden (Niederländisch → Esperanto: kulti)

Synonyme: vereren, verheerlijken

WortartVerb
Aussprache/amˈbɪdə(n)/
Trennungaan·bid·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) aanbid(ik) aanbad
(jij) aanbidt(jij) aanbad
(hij) aanbidt(hij) aanbad
(wij) aanbidden(wij) aanbaden
(jullie) aanbidden(jullie) aanbaden
(gij) aanbidt(gij) aanbadt
(zij) aanbidden(zij) aanbaden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aanbidde(dat ik) aanbade
(dat jij) aanbidde(dat jij) aanbade
(dat hij) aanbidde(dat hij) aanbade
(dat wij) aanbidden(dat wij) aanbaden
(dat jullie) aanbidden(dat jullie) aanbaden
(dat gij) aanbiddet(dat gij) aanbadet
(dat zij) aanbidden(dat zij) aanbaden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
aanbidaanbidt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aanbiddend, aanbiddende(hebben) aanbeden

Übersetzungen

Afrikaansaanbid
Deutschverehren
Englischworship
Esperantokulti; adori
Französischadorer
Suaheli‐abudu
Thaiบูชา
Westfriesischoanbidde