Information über das Wort dwarsbomen (Niederländisch → Esperanto: kontraŭi)

Synonyme: belemmeren, dwarsliggen, tegenwerken, weerstreven

WortartVerb
Aussprache/ˈdʋɑrzbomə(n)/
Trennungdwars·bo·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) dwarsboom(ik) dwarsboomde
(jij) dwarsboomt(jij) dwarsboomde
(hij) dwarsboomt(hij) dwarsboomde
(wij) dwarsbomen(wij) dwarsboomden
(jullie) dwarsbomen(jullie) dwarsboomden
(gij) dwarsboomt(gij) dwarsboomdet
(zij) dwarsbomen(zij) dwarsboomden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) dwarsbome(dat ik) dwarsboomde
(dat jij) dwarsbome(dat jij) dwarsboomde
(dat hij) dwarsbome(dat hij) dwarsboomde
(dat wij) dwarsbomen(dat wij) dwarsboomden
(dat jullie) dwarsbomen(dat jullie) dwarsboomden
(dat gij) dwarsbomet(dat gij) dwarsboomdet
(dat zij) dwarsbomen(dat zij) dwarsboomden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
dwarsboomdwarsboomt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
dwarsbomend, dwarsbomende(hebben) gedwarsboomd

Gebrauchsbeispiele

Maar Durrell liet zich niet dwarsbomen.
Misschien niet, maar opzet betekent niets als Rianlle ontdekt dat zijn intenties zijn gedwarsboomd.

Übersetzungen

Albanischkundërshtoj
Dänischbrokke
Deutschgegen sein; dagegen sein; entgegenstehen
Englischoppose; object; be opposed; be opposed to; go against; impede; rock the boat
Esperantokontraŭi
Französischrouspéter; se mettre en tranvers
Portugiesischcontrariar; impedir; opor‐se
Rumänischîmpotrivi; opune
Westfriesischdwerslizze