Information über das Wort continueren (Niederländisch → Esperanto: kontinui)

Synonyme: bestendigen, dóórlopen, voortduren

WortartVerb
Aussprache/kɔntinyˈʋerə(n)/
Trennungcon·ti·nu·e·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) continueer(ik) continueerde
(jij) continueert(jij) continueerde
(hij) continueert(hij) continueerde
(wij) continueren(wij) continueerden
(jullie) continueren(jullie) continueerden
(gij) continueert(gij) continueerdet
(zij) continueren(zij) continueerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) continuere(dat ik) continueerde
(dat jij) continuere(dat jij) continueerde
(dat hij) continuere(dat hij) continueerde
(dat wij) continueren(dat wij) continueerden
(dat jullie) continueren(dat jullie) continueerden
(dat gij) continueret(dat gij) continueerdet
(dat zij) continueren(dat zij) continueerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
continueercontinueert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
continuerend, continuerende(hebben) gecontinueerd

Übersetzungen

Deutschweitergehen; fortdauern; währen
Englischcontinue
Esperantokontinui