Information über das Wort verontwaardigen (Niederländisch → Esperanto: indignigi)

Synonym: voor schut zetten

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verontwaardig(ik) verontwaardigde
(jij) verontwaardigt(jij) verontwaardigde
(hij) verontwaardigt(hij) verontwaardigde
(wij) verontwaardigen(wij) verontwaardigden
(jullie) verontwaardigen(jullie) verontwaardigden
(gij) verontwaardigt(gij) verontwaardigdet
(zij) verontwaardigen(zij) verontwaardigden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verontwaardige(dat ik) verontwaardigde
(dat jij) verontwaardige(dat jij) verontwaardigde
(dat hij) verontwaardige(dat hij) verontwaardigde
(dat wij) verontwaardigen(dat wij) verontwaardigden
(dat jullie) verontwaardigen(dat jullie) verontwaardigden
(dat gij) verontwaardiget(dat gij) verontwaardigdet
(dat zij) verontwaardigen(dat zij) verontwaardigden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verontwaardigverontwaardigt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verontwaardigend, verontwaardigende(hebben) verontwaardigd

Übersetzungen

Dänischplage
Deutschentrüsten; empören; aufbringen; Entrüstung hervorrufen bei; Entrüstung hervorrufen
Englischannoy; aggravate; exasperate; provoke
Esperantoindignigi
Französischagacer; indigner
Katalanischindignar‐se
Saterfriesischäntrüstje
Schwedischförarga