Information über das Wort grootmaken (Niederländisch → Esperanto: grandigi)

Synonym: groot maken

WortartVerb
Aussprache/ˈɣrotmakə(n)/
Trennunggroot·ma·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) maak groot(ik) maakte groot
(jij) maakt groot(jij) maakte groot
(hij) maakt groot(hij) maakte groot
(wij) maken groot(wij) maakten groot
(jullie) maken groot(jullie) maakten groot
(gij) maakt groot(gij) maaktet groot
(zij) maken groot(zij) maakten groot
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) grootmake(dat ik) grootmaakte
(dat jij) grootmake(dat jij) grootmaakte
(dat hij) grootmake(dat hij) grootmaakte
(dat wij) grootmaken(dat wij) grootmaakten
(dat jullie) grootmaken(dat jullie) grootmaakten
(dat gij) grootmaket(dat gij) grootmaaktet
(dat zij) grootmaken(dat zij) grootmaakten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
maak grootmaakt groot
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
grootmakend, grootmakende(hebben) grootgemaakt

Übersetzungen

Deutschvermehren; erhöhen
Englischaggrandize; make big; make large
Esperantograndigi
Spanischabultar
Thaiต่อ