Information über das Wort verzwelgen (Niederländisch → Esperanto: glutegi)

Synonym: opslokken

WortartVerb
Aussprache/vərˈzʋɛlɣə(n)/
Trennungver·zwel·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verzwelg(ik) verzwolg
(jij) verzwelgt(jij) verzwolg
(hij) verzwelgt(hij) verzwolg
(wij) verzwelgen(wij) verzwolgen
(jullie) verzwelgen(jullie) verzwolgen
(gij) verzwelgt(gij) verzwolgt
(zij) verzwelgen(zij) verzwolgen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verzwelge(dat ik) verzwolge
(dat jij) verzwelge(dat jij) verzwolge
(dat hij) verzwelge(dat hij) verzwolge
(dat wij) verzwelgen(dat wij) verzwolgen
(dat jullie) verzwelgen(dat jullie) verzwolgen
(dat gij) verzwelget(dat gij) verzwolget
(dat zij) verzwelgen(dat zij) verzwolgen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verzwelgverzwelgt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verzwelgend, verzwelgende(hebben) verzwolgen

Übersetzungen

Deutschverschlingen; gierig schlucken
Englischgulp down; binge
Esperantoglutegi