Information über das Wort vergeten (Niederländisch → Esperanto: forgesi)

WortartVerb
Aussprache/vərˈɣetə(n)/
Trennungver·ge·ten

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vergeet(ik) vergat
(jij) vergeet(jij) vergat
(hij) vergeet(hij) vergat
(wij) vergeten(wij) vergaten
(jullie) vergeten(jullie) vergaten
(gij) vergeet(gij) vergat
(zij) vergeten(zij) vergaten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) vergete(dat ik) vergate
(dat jij) vergete(dat jij) vergate
(dat hij) vergete(dat hij) vergate
(dat wij) vergeten(dat wij) vergaten
(dat jullie) vergeten(dat jullie) vergaten
(dat gij) vergetet(dat gij) vergatet
(dat zij) vergeten(dat zij) vergaten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vergeetvergeet
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
vergetend, vergetende(hebben/zijn) vergeten

Gebrauchsbeispiele

U had vergeten de achterdeur op slot te doen.
Ik heb mijn plicht vergeten.
Natala was vergeten dat ze naakt was.
Vergeet u alstublieft niet dat ik een gelofte van armoede heb afgelegd.
Maar u vergeet dat ik zo jong niet meer ben.
Hij heeft niet vergeten zijn tong te gebruiken.
Heer Bommel werd door de botsing zó spoedig tot staan gebracht dat hij de robot vergat en zoekend om zich heen keek.

Übersetzungen

Deutschvergessen
Englischforget
Esperantoforgesi
Französischoublier
Niederdeutschvergeaten
Scotsforget