Information über das Wort coronavirus (Niederländisch → Esperanto: kronviruso)

Wortart	Substantiv
Aussprache	/koˈronaviːrəs/, /koˈronaviːrʏs/
Trennung	co·ro·na·vi·rus
Geschlecht	sächlich

Gebrauchsbeispiele

Bij Johnson werd elf dagen geleden een besmetting met het coronavirus vastgesteld.

De Amerikaanse staat Alabama mag het coronavirus niet als reden gebruiken om abortussen te blokkeren.