Information über das Wort binnenvaren (Niederländisch → Esperanto: enveturi)

Synonym: binnenrijden

WortartVerb
Aussprache/ˈbɪnə(n)vaːrə(n)/
Trennungbin·nen·va·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) vaar binnen(ik) voer binnen
(jij) vaart binnen(jij) voer binnen
(hij) vaart binnen(hij) voer binnen
(wij) varen binnen(wij) voeren binnen
(jullie) varen binnen(jullie) voeren binnen
(gij) vaart binnen(gij) voert binnen
(zij) varen binnen(zij) voeren binnen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) binnenvare(dat ik) binnenvoere
(dat jij) binnenvare(dat jij) binnenvoere
(dat hij) binnenvare(dat hij) binnenvoere
(dat wij) binnenvaren(dat wij) binnenvoeren
(dat jullie) binnenvaren(dat jullie) binnenvoeren
(dat gij) binnenvaret(dat gij) binnenvoeret
(dat zij) binnenvaren(dat zij) binnenvoeren
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
vaar binnenvaart binnen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
binnenvarend, binnenvarende(zijn) binnengevaren

Gebrauchsbeispiele

De haven die ze waren binnengevaren, lag bij de monding van een kleine, trage rivier, waarvan de oevers dicht waren begroeid met hoge, slanke palmen en dicht struikgewas.

Übersetzungen

Deutscheinfahren
Englischdrive in
Esperantoenveturi
Portugiesischentrar
Spanischentrar
Westfriesischbinnenride