Information über das Wort aanwerven (Niederländisch → Esperanto: dungi)

Synonyme: aannemen, huren, in dienst nemen, tewerkstellen

WortartVerb
Aussprache/ˈanʋɛrvə(n)/
Trennungaan·wer·ven

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) werf aan(ik) werfde aan
(jij) werft aan(jij) werfde aan
(hij) werft aan(hij) werfde aan
(wij) werven aan(wij) werfden aan
(jullie) werven aan(jullie) werfden aan
(gij) werft aan(gij) werfdet aan
(zij) werven aan(zij) werfden aan
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aanwerve(dat ik) aanwerfde
(dat jij) aanwerve(dat jij) aanwerfde
(dat hij) aanwerve(dat hij) aanwerfde
(dat wij) aanwerven(dat wij) aanwerfden
(dat jullie) aanwerven(dat jullie) aanwerfden
(dat gij) aanwervet(dat gij) aanwerfdet
(dat zij) aanwerven(dat zij) aanwerfden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
werf aanwerft aan
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aanwervend, aanwervende(hebben) aangewerfd

Übersetzungen

Deutschanwerben; dingen; heuern; mieten; in Dienst nehmen; in Lohn nehmen; anstellen; einstellen
Englischemploy; hire; engage
Esperantodungi
Färöerischfesta; leiga; útvega
Finnischpalkata
Französischembaucher; engager
Katalanischcontractar; llogar
Portugiesischassalariar; contratar; empregar; engajar; tomar a serviço
Saterfriesischanwierwe; hiere; tingje; winne
Schwedischengagera
Spanischtomar a sueldo
Thaiจ้าง