Information über das Wort uitoefenen (Niederländisch → Esperanto: efiki)

Synonyme: effect sorteren, uitrichten, uitwerken, uitwerking hebben, werken

WortartVerb
Aussprache/ˈœy̯̯tufənə(n)/
Trennunguit·oe·fe·nen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) oefen uit(ik) oefende uit
(jij) oefent uit(jij) oefende uit
(hij) oefent uit(hij) oefende uit
(wij) oefenen uit(wij) oefenden uit
(jullie) oefenen uit(jullie) oefenden uit
(gij) oefent uit(gij) oefendet uit
(zij) oefenen uit(zij) oefenden uit
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) uitoefene(dat ik) uitoefende
(dat jij) uitoefene(dat jij) uitoefende
(dat hij) uitoefene(dat hij) uitoefende
(dat wij) uitoefenen(dat wij) uitoefenden
(dat jullie) uitoefenen(dat jullie) uitoefenden
(dat gij) uitoefenet(dat gij) uitoefendet
(dat zij) uitoefenen(dat zij) uitoefenden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
uitoefenend, uitoefenende(hebben) uitgeoefend

Gebrauchsbeispiele

Deze wet stelt ons in staat de kracht te bepalen die twee puntladingen op elkaar uitoefenen.
Er zal dus druk worden uitgeoefend op Howland.
Ook Egypte oefent aantrekkingskracht uit op djzihadisten.
De zwart geworden tempel oefende een verschrikkelijke verlokking uit, waaraan geen weerstand te bieden viel.

Übersetzungen

Afrikaansuitoefen
Dänischvirke på
Deutschwirken; einwirken; erwirken; wirksam sein; Wirkung ausüben
Englischexert
Esperantoefiki
Färöerischvirka
Finnischvaikuttaa
Französischagir; être efficace; opérer
Katalanischfer efecte; influir
Portugiesischactuar; agir; produzir efeito; ser eficaz
Saterfriesischienwierkje; wierkje
Spanischproducir efecto; ser eficaz