Information über das Wort wegrennen (Niederländisch → Esperanto: forkuri)

Synonym: weghollen

WortartVerb
Aussprache/ˈʋɛxrɛnə(n)/
Trennungweg·ren·nen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) ren weg(ik) rende weg
(jij) rent weg(jij) rende weg
(hij) rent weg(hij) rende weg
(wij) rennen weg(wij) renden weg
(jullie) rennen weg(jullie) renden weg
(gij) rent weg(gij) rendet weg
(zij) rennen weg(zij) renden weg
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wegrenne(dat ik) wegrende
(dat jij) wegrenne(dat jij) wegrende
(dat hij) wegrenne(dat hij) wegrende
(dat wij) wegrennen(dat wij) wegrenden
(dat jullie) wegrennen(dat jullie) wegrenden
(dat gij) wegrennet(dat gij) wegrendet
(dat zij) wegrennen(dat zij) wegrenden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
ren wegrent weg
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wegrennend, wegrennende(zijn) weggerend

Gebrauchsbeispiele

Ze draaiden zich om en renden weg.

Übersetzungen

Afrikaansweghardloop
Deutschdavonlaufen; fortlaufen; weglaufen; ausreißen; sich aus dem Staube machen; sich aus dem Staub machen; fortrennen
Englischrun off
Esperantoforkuri