Information über das Wort inslaan (Niederländisch → Esperanto: eniri)

Synonyme: binnengaan, binnenlopen, intreden

WortartVerb
Aussprache/ˈɪnslan/
Trennungin·slaan

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) sla in(ik) sloeg in
(jij) slaat in(jij) sloeg in
(hij) slaat in(hij) sloeg in
(wij) slaan in(wij) sloegen in
(jullie) slaan in(jullie) sloegen in
(gij) slaat in(gij) sloegt in
(zij) slaan in(zij) sloegen in
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) insla(dat ik) insloege
(dat jij) insla(dat jij) insloege
(dat hij) insla(dat hij) insloege
(dat wij) inslaan(dat wij) insloegen
(dat jullie) inslaan(dat jullie) insloegen
(dat gij) inslaat(dat gij) insloeget
(dat zij) inslaan(dat zij) insloegen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
sla inslaat in
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
inslaand, inslaande(zijn) ingeslagen

Gebrauchsbeispiele

Ze sloegen een zijstraat in en Larry bleef staan.
Hier sloeg ze een van de verscheidene erop uitkomende gangen in.
„Het is treurig”, sprak heer Ollie toen de weg naar huis insloegen.

Übersetzungen

Albanischaderoj; hyj
Dänischindtaste
Deutscheintreten; nach drinnen gehen; hineingehen; eingehen; einschlagen
Englischenter; go in
Esperantoeniri
Färöerischfara inn
Französischentrer; entrer dans; entrer en
Italienischentrare
Malaiischmasuk
Papiamentodrenta
Polnischwejść
Portugiesischentrar
Rumänischintra
Russischвойти; входить
Saterfriesischientreede; ountreede
Scotsenter
Spanischentrar; montar; pasar a
Suaheli‐ingia
Thaiเข้า
Türkischgirmek