Information über das Wort bekennen (Niederländisch → Esperanto: ekvidi)

Synonyme: bespeuren, in de smiezen krijgen, in het oog krijgen, in zicht krijgen, ontwaren, een glimp opvangen van, beginnen te zien

WortartVerb
Aussprache/bəˈkɛnə(n)/
Trennungbe·ken·nen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) (ik)
(jij) (jij)
(hij) (hij)
(wij) bekennen(wij)
(jullie) bekennen(jullie)
(gij) (gij)
(zij) bekennen(zij)
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) (dat ik)
(dat jij) (dat jij)
(dat hij) (dat hij)
(dat wij) bekennen(dat wij)
(dat jullie) bekennen(dat jullie)
(dat gij) bekennet(dat gij)
(dat zij) bekennen(dat zij)
Präsenspartizip
bekennend, bekennende

Gebrauchsbeispiele

Er was nog niemand te bekennen.
Er was geen spoor van de karavaan te bekennen.
Maar het testament is nergens te bekennen.

Übersetzungen

Deutscherblicken; gewahr werden
Englischdescry; perceive; espy; glimpse; sight; spot; catch side of; spy
Esperantoekvidi
Färöerischfáa eyga á
Französischapercevoir
Italienischintravedere; scorgere
Polnischujrzeć; zobaczyć
Portugiesischavistar; divisar
Saterfriesischäntdäkke; gewoar wäide; sjo
Spanischdistinguir; vislumbrar
Ungarischmeglát; megpillant