Information über das Wort definiëren (Niederländisch → Esperanto: difini)

Synonyme: bepalen, omschrijven, vastleggen

WortartVerb
Aussprache/defin(i)ˈjerə(n)/
Trennungde·fi·ni·e·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) definieer(ik) definieerde
(jij) definieert(jij) definieerde
(hij) definieert(hij) definieerde
(wij) definiëren(wij) definieerden
(jullie) definiëren(jullie) definieerden
(gij) definieert(gij) definieerdet
(zij) definiëren(zij) definieerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) definiëre(dat ik) definieerde
(dat jij) definiëre(dat jij) definieerde
(dat hij) definiëre(dat hij) definieerde
(dat wij) definiëren(dat wij) definieerden
(dat jullie) definiëren(dat jullie) definieerden
(dat gij) definiëret(dat gij) definieerdet
(dat zij) definiëren(dat zij) definieerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
definieerdefinieert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
definiërend, definiërende(hebben) gedefinieerd

Gebrauchsbeispiele

Een vitamine kan gedefinieerd worden als een organische stof die in het dieet in zeer klein hoeveelheden moet voorkomen.

Übersetzungen

Deutschbestimmen; definieren
Englischdefine
Esperantodifini
Färöerischgera av; greiða; lýsa
Finnischmääritellä
Französischdéfiner; fixer
Italienischdefinire
Katalanischdefinir
Niederdeutschümskryven; bepålen
Papiamentodefiní
Portugiesischdefinir; designar; destinar; determinar; fixar; indicar; marcar
Saterfriesischbepeelje; bestimme; definierje
Spanischdefinir
Ungarischdefiniál
Westfriesischdefiniearje